De Zweedse kroonprinses Victoria heeft vrijdag samen met haar gezin en tante prinses Christina het graf bezocht van kroonprinses Margareta op het eiland Karlsborg in Solna. Bij de grafsteen legden ze namens de hele koninklijke familie margrieten, een bloem die herinnert aan haar binnen de koninklijke familie gebruikte naam ‘Daisy’. Het is vrijdag precies honderd jaar geleden dat Margareta overleed.
De in 1882 geboren Margareta was een kleindochter van de Britse koningin Victoria. Ze trouwde als prinses Margaret van Connaught in 1905 met de toenmalige Zweedse erfprins Gustaf Adolf, die dertig jaar na haar overlijden koning werd onder de naam Gustaf VI Adolf. Margareta kreeg vijf kinderen, onder wie één dochter: Ingrid, die later koningin werd van Denemarken en de moeder is van de huidige Deense koningin Margrethe.
Margareta, oma van de huidige Zweedse koning Carl XVI Gustaf en van prinses Christina, werd in de winter van 1919-1920 herhaalde malen ernstig ziek. Ze overleed op 1 mei 1920 in het Koninklijk Paleis van Stockholm, pas 38 jaar oud, aan bloedvergiftiging. Haar overlijden was extra droevig omdat de kroonprinses op dat moment acht maanden in verwachting was van haar zesde kind.
Margareta had enkele jaren eerder bepaald dat ze in haar trouwjurk en bruidssluier begraven wilde worden, met een kruisbeeld in haar hand. De kist moest van Engels eikenhout zijn, en bedekt met zowel de Britse als de Zweedse vlag. Ze wilde ook niet in Ridderholmen worden bijgezet, maar op de koninklijke begraafplaats op het eiland in Solna. Haar echtgenoot Gustaf Adolf hertrouwde, en zijn tweede vrouw koningin Louise is in 1965 in hetzelfde graf begraven.
