Tekst: Bianca Du Mortier. Bianca is kostuumhistoricus en verdiende haar sporen als conservator Kostuum bij het Rijksmuseum in Amsterdam. Op Instagram (@biancadumortier) verrast ze regelmatig met observeringen op kledinggebied, en laat ze zien dat er vaak niets nieuws onder de zon is. In Vorsten verbindt ze haar kennis en ervaring aan de royals van nu.
Er was een tijd dat alleen de allerrijksten het zich konden veroorloven witte kleding te dragen, waarmee wit een echt statussymbool was. Tegenwoordig draagt iedereen deze kleur-die-eigenlijk-geen-kleur-is, en dat geldt zeker ook (nog steeds) voor koninginnen en prinsessen. Wetenschappelijk gezien is wit geen kleur, maar desondanks heeft het wel veel impact. Vooral wanneer het smetteloos is en witter dan wit, stralend wit of zelfs superwit, zoals wasmiddelenfabrikanten ons voorspiegelen. Want: zelfs het kleinste vlekje doorbreekt de illusie.
En zo begon het ook ooit in de 16de eeuw toen kraakheldere hemden en later dito plooikragen statussymbolen werden. Wie kon het zich permitteren om iedere dag een schoon hemd aan te trekken? En om zijn of haar linnengoed weg te sturen naar de wasserijen en blekerijen buiten de stad, waardoor het soms wekenlang weg was? Wie had voldoende voorraad in de kast om deze tijd te overbruggen? Dit was inderdaad alleen weggelegd voor de bovenste laag van de bevolking. Wanneer de stadhouders ten strijde trokken – het was per slot de Tachtigjarige Oorlog – ging er minstens één wasketel, wastobbe, linnenpers en wasster mee.
Willem Frederik van Nassau-Dietz bijvoorbeeld kleedde zich graag goed, met mooie linnen hemden, maar gaf structureel te veel geld uit. Met als gevolg dat hij zich in 1647 beklaagde omdat hij nog maar ‘6 nacht en 6 daghembden’ bezat, en dat terwijl veel mensen in de Nederlanden slechts één hemd hadden, dat ze in de zomer wasten in de hoop dat het nog dezelfde dag droog zou zijn.
In de tijd dat prinses Juliana werd geboren – 1909 – droegen sommige kleine kinderen witte kleren. Niet alleen voor ’s zondags, maar ook doordeweeks. De piepjonge Juliana werd tijdens een uitje in de kinderwagen, in het Amsterdamse Vondelpark, gesignaleerd. Uiteraard gekleed in een wit ‘wagenjasje’, ongeveer zoals het jasje op de foto.
Wit was een favoriete kleur in de zomer, zowel voor mannen als voor vrouwen. Rond 1905 kwamen mantelpakken in de mode, zoals dit linnen pak (hieronder links) van jonkvrouw W.C.L. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh. Deze trend was al eerder in Engeland ingezet toen Alexandra, Prinses van Wales zich een pak had laten aanmeten (hieronder rechts) door kleermaker John Redfern uit Cowes op het eiland Wight. Voortaan droeg zij altijd mantelpakken wanneer zij met haar man de jaarlijkse zeilwedstrijden in Cowes bezocht of tijdens de vele werkbezoeken die zij aflegde.
Tennis was een van de sporten voor vrouwen van stand – zeker aan het begin van de 20ste eeuw. Het begon allemaal in Engeland op een grasveld en het is dus niet verwonderlijk dat witte kleren nog steeds verplicht zijn op het jaarlijkse tennistoernooi in Wimbledon. Uiteraard droegen de dames enkellange rokken, zoals bij deze Nederlandse tennisjapon en tijdens deze wedstrijd in de Noordwijkse duinen.
Tegenwoordig zijn witte kleren nog steeds het domein van de kroonprinses met chauffeur, de koningin met smetteloze gympen onder haar kraakheldere broekpak of het prinsesje in haar vlekkeloze jasje. Wie fietst of met het OV reist, kleine kinderen heeft of huisdieren kan maar beter niet aan witte kleren denken of eraan beginnen. Misschien tijdens de vakantie…
Mis geen verhaal van Bianca M. Du Mortier!
In elke editie van Vorsten verbindt de oud-conservator Kostuum bij het Rijksmuseum in Amsterdam haar kennis en ervaring aan de royals van nu. Neem een abonnement!