Het gepensioneerde Spaanse koningspaar Juan Carlos en Sofia heeft maandagavond in het Koninklijk Paleis van Madrid een tentoonstelling geopend ter ere van koning Carlos III. De expositie, die nog tot 31 maart 2017 is te zien, wordt gehouden ter ere van de 300ste geboortedag van de koning die Spanje en de overzeese gebiedsdelen in Amerika bijna dertig jaar regeerde (1759-1788).
Zijn bewind wordt gezien als een van de meest productieve van de Spaanse geschiedenis. Niet alleen in politiek opzicht, maar ook op het gebied van kunst en cultuur was Carlos een hervormer en mecenas. Hij slaagde erin om de eenvoud van zijn persoonlijke smaak te combineren met het ceremoniële van zijn koninklijke waardigheid en de verzorging van staatszaken met de bescherming van de kunsten en letteren.
Carlos was de oudste zoon van koning Felipe V, de eerste Bourbon-koning van Spanje, en diens tweede vrouw Isabel Farnese. Die had het beste voor met haar eigen kinderen en zorgde ervoor dat Carlos op vijftienjarige leeftijd hertog werd van Parma en Piacenza – het begin van het koningshuis Bourbon-Parma. Lang bleef Carlos daar niet.
Hij veroverde Napels en Sicilië en werd in 1735 koning van beide gebieden. Parma liet hij over aan een jongere broer, maar niet nadat hij alle kunstschatten had meegenomen. In Napels en omgeving bouwde hij tal van paleizen, die nu nog tot de pareltjes van de regio behoren. In 1759 volgde hij in Spanje zijn halfbroer Ferdinando op en begon ook daar een programma van vernieuwing en verlichting.