Koning Felipe heeft in zijn precies twee jaar op de troon het vertrouwen in de monarchie grotendeels weten te herstellen. Dat blijkt uit een opiniepeiling waarover El País zondag bericht naar aanleiding van de tweede verjaardag van de troonsbestijging op 19 juni 2014. Van de ondervraagde Spanjaarden vindt 73 procent dat Felipe zijn taken als koning goed uitvoert; 23 procent meent het tegendeel.
De cijfers van Felipe zitten in een stijgende lijn. Kort na de troonswisseling was het nog 62 procent die vond dat de jonge vorst een goede start had gemaakt. De waardering die hij kreeg was hoger dan zijn afgetreden vader koning Juan Carlos onder wie de monarchie in de ogen van de Spanjaarden in diskrediet was gebracht, mede door het uitkomen van een olifantenjacht in Botswana en de fraudezaak tegen schoonzoon Iñaki Urdangarin.
De goede rapportcijfers voor Felipe zijn niet alleen de verdienste van de koning die met grote precisie probeert te kleuren binnen de constitutionele lijnen en die ferm maar rechtvaardig omgaat met het streven naar zelfstandigheid in Catalonië en Baskenland. De Spaanse politiek heeft hem een handje geholpen. Maar liefst 82,3 procent van de ondervraagden denkt negatief of pessimistisch over de politiek, de koning steekt daarbij positief af.
Aanleiding voor het negativisme zijn met name de parlementsverkiezingen van vorig jaar december. Die hadden weliswaar geen duidelijke winnaar, maar de politieke partijen wisten in de bijna vijf maanden daarna ook geen compromissen te sluiten om tot een nieuwe regering te komen. De grootste groeperingen sloten elkaar uit, en de pogingen van Felipe aan te sturen op een kabinet liepen door die onwil op niets uit. Volgende week zondag moet Spanje daarom weer naar de stembus, tot woede en frustratie van veel Spanjaarden.
