De Spaanse regering heeft koning Felipe afgelopen vrijdag uit veiligheidsoverwegingen weggehouden uit de Catalaanse hoofdstad Barcelona. Dat heeft minister Juan Carlos Campo van Justitie maandag toegegeven in het radioprogramma ‘Las mañanas de RNE’. Een tweede reden was, zo vertelde Campo, om rust en kalmte te bewaren in de naar zelfstandigheid strevende regio.
Dit met het oog op de derde verjaardag op 1 oktober van het door Spanje illegaal verklaarde onafhankelijksreferendum en de verwachte uitspraak van het Hooggerechtshof over de Catalaanse premier Quim Torra. De hoogste Spaanse rechter bevestigde maandag een eerdere uitspraak van het Catalaanse Hooggerechtshof dat Torra in 2019 de verkiezingsregels heeft overtreden en daarom met onmiddellijke ingang uit zijn ambt moet worden gezet.
Het leek de regering daarom verstandig om de gemoederen niet verder te verhitten door de koning aanwezig te laten zijn bij de plechtigheid waarbij nieuwe rechters hun aanstelling ontvangen. Aan de voorzitter van het Hooggerechtshof, Carlos Lesmes, was dan ook gevraagd de ceremonie enkele dagen te verschuiven zodat spanningen konden worden vermeden. Lesmes had het verzoek naast zich neer gelegd, aldus Campo.
In het weekeinde was in Spanje veel discussie ontstaan over het feit dat Lesmes zich vrijdag had laten ontvallen dat hij met de koning had gesproken en dat die ‘heel graag’ was gekomen. Regeringspartij Unidas Podemos vond dat een onaanvaardbare inmenging van Felipe in kabinetszaken. Die kritiek op de koning leidde er zondagavond toe dat honderden inwoners van Madrid gehoor gaven aan een oproep van de rechtse oppositiepartijen om vanaf hun balkon te applaudisseren in solidariteit met de koning.