De Spaanse koning Felipe heeft dit jaar maar van een korte vakantie kunnen genieten. Komende woensdag alweer heeft hij zijn eerste publieke optreden. Felipe bezoekt dan de Comandancia Naval del Miño, het marinecommandocentrum in de stad Tui in Pontevedra. Het is dan iets meer dan twee weken na zijn uitstapje met koningin Letizia naar Ibiza tijdens de koninklijke werkvakantie op Mallorca, een ander eiland van de Balearen-eilandengroep.
Het koningspaar had in juli ook langer dan gebruikelijk doorgewerkt om voor de vakantiemaand augustus zestien van de zeventien autonome regio’s van Spanje te kunnen bezoeken. Ze wilden ter plaatse horen welke schade de coronacrisis had aangericht en wilden het toerisme in elk van de delen van het land aanmoedigen. Op dat moment leek de pandemie die Spanje zo zwaar had getroffen, enigszins onder controle maar inmiddels vreest premier Pedro Sánchez dat opnieuw de noodtoestand moet worden uitgeroepen.
Het koninklijk gezin is na het traditionele verblijf op Mallorca thuis gebleven in het Zarzuela-paleis in Madrid. Vanwege de coronacrisis zat een reis naar het buitenland er dit jaar niet in. De koningsdochters Leonor en Sofia worden op 17 september weer op hun school verwacht, het college Santa María de los Rosales.
Felipe’s moeder koningin Sofia bleef achter op Mallorca, waar ze zich de afgelopen tijd maar weinig heeft laten zien. De verwachting is dat ze een dezer dagen ook terugkeert naar de hoofdstad, waar begin deze maand haar man koning-emeritus Juan Carlos is vertrokken. Het zal van de ontwikkeling van de pandemie afhangen of Sofia (81) haar activiteiten kan hervatten.