De Spaanse koning Felipe stuurt volgende maand zijn vader koning-emeritus Juan Carlos naar Panama om daar de feestelijkheden bij te wonen ter gelegenheid van de uitbreiding van het Panamakanaal. Veel Spaanse bedrijven zijn daarbij betrokken geweest en Panama stelt een hoge vertegenwoordiging zeer op prijs.
Felipe had zelf willen gaan maar de plechtigheid in Panama valt samen met de nieuwe parlementsverkiezingen op 26 juni. De koning kan in die periode niet op reis zijn. Het ‘voordeel van dit nadeel’ is volgens online krant El Confidencial dat Juan Carlos in Latijns-Amerika nog net iets meer respect geniet dan zijn zoon en opvolger, en dat de vervanging eigenlijk wel goed uitpakt.
Felipe heeft in de bijna twee jaar dat hij nu op de troon zit nog maar weinig kansen gehad om Spanje in het buitenland te vertegenwoordigen. Een avondretour naar Milaan, zoals zaterdag voor de finale van de Champions League tussen Real Madrid en Atlético Madrid, kan nog net, maar langere reizen zitten er niet in. Zo moest dit voorjaar het voorgenomen staatsbezoek aan koningin Elizabeth in de ijskast worden gezet en ook reizen naar Japan en het Midden-Oosten werden van de agenda afgevoerd.
Reden is de politieke situatie. De verkiezingen in december leverden geen uitgesproken winnaar op en de coalitie-onderhandelingen – een unicum voor Spanje dat die nog niet kende – liepen op niets uit omdat de belangrijkste partijen elkaar uitsloten. Dat betekende dat Felipe begin deze maand nieuwe verkiezingen moest uitschrijven, waarna het hele formatiecircus opnieuw kan beginnen en hij thuis in het paleis op de uitkomsten moet wachten.
