De Spaanse prinses Cristina en haar man Iñaki Urdangarin hebben woensdag voor de rechtbank in Palma op het eiland Mallorca de laatste kans hun onschuld te bepleiten. Ze krijgen het laatste woord op de slotdag van het zes maanden durende proces waarin Iñaki één van de hoofdverdachten was. Op de lange lijst van beschuldingen aan zijn adres staan onder meer belastingontduiking en fraude.
De advocaat van Iñaki claimde dinsdag op de voorlaatste zittingdag nog dat de zwager van koning Felipe slachtoffer was van zijn naïviteit, en dat hij altijd het beste voor had gehad met Spanje, en met de lokale overheden. Die bracht hij veel te veel geld in rekening voor diensten die niet of maar gedeeltelijk werden geleverd. Maar niemand die zijn rekeningen weigerde, dus geloofde Iñaki dat hij niets verkeerd deed met Nóos, zijn stichting zonder winstoogmerk dat hielp met het binnenhalen van sportevenementen.
De zaak kwam aan het rollen toen in het parlement van de Balearen, waartoe Mallorca behoort, vragen werden gesteld over een bedrag van 1,2 miljoen dat was betaald aan Nóos. Aanvankelijk werd alleen de regio-premier erop aangesproken, daarna gingen Justitie en de Belastingdienst zich er mee bemoeien met als gevolg tal van verdachten en na meer dan vijf jaar onderzoek, het in januari begonnen proces.
Tegen Iñaki is 19,5 jaar cel geëist, tegen zijn echtgenote Cristina acht jaar. Dat laatste niet door de openbaar aanklager namens de Belastingdienst, maar door de actiegroep ‘Schone Handen’ die zich als burgerpartij in het proces voegde. De prinses zou persoonlijk hebben geprofiteerd van de malversaties van haar man en moet daarvoor de cel in. De openbaar aanklager is het daar niet mee eens en het is nu aan de rechtbank het oordeel te vellen.