De premier van Catalonië, Quim Torra, laat onderzoeken of het mogelijk is een aanklacht in te dienen tegen koning-emeritus Juan Carlos en diens voormalige vriendin Corinna zu Sayn-Wittgenstein-Sayn wegens vermeende corruptie. Volgens Torra is zo’n aanklacht wellicht moeilijk te realiseren, maar is deze wel noodzakelijk. De premier meent dat corruptie altijd moet worden vervolgd, ongeacht wie eraan deelnam. “Iedereen is voor de wet gelijk”, aldus Torra.
De aanklacht hoeft wat hem betreft niet beperkt te blijven tot Juan Carlos en Corinna. In een verklaring stelde de Catalaanse deelregering dat deze kan worden uitgebreid tot al diegenen die op de een of andere manier aan corrupte praktijken waarbij het voormalige staatshoofd en zijn omgeving naar verluidt waren betrokken, hebben deelgenomen, geholpen, of meegewerkt. Het is daarbij niet uitgesloten ook het Koninklijk Huis, als eigen rechtspersoonlijkheid, aan te pakken.
Torra, die aan het hoofd staat van de republikeins gezinde en naar onafhankelijkheid strevende regering – Generalitat – van Catalonië, reageerde met zijn voornemen op de stroom berichten van de laatste maanden over de financiële handel en wandel van Juan Carlos (82). Die bleek geheime buitenlandse rekeningen te hebben, waarop collega-vorsten uit de Golfstaten royaal geld stortten. In verband met die rekeningen en daaraan verbonden stichtingen is gesproken over omkoping en belastingontduiking.
In Zwitserland loopt een onderzoek naar de geldstromen – herkomst en bestemming – maar in Spanje heeft de regering gesteund door oppositiepartij Partido Popular een parlementair onderzoek tot nu toe tegen weten te houden, terwijl het Hooggerechtshof zegt alleen onderzoek te kunnen doen naar de periode na het aftreden van Juan Carlos in juni 2014. Dit omdat hij voor die tijd als koning onschendbaar was. De Catalaanse Generalitat wil daar tegenin gaan.