OSLO – Voor de Noorse koninklijke familie leek er zaterdag geen einde te komen aan de optocht van kinderen die al zwaaiend met vlaggen aan het paleis voorbij trokken ter gelegenheid van de nationale feestdag. De Noren vieren op 17 mei niet de koning, zoals in Nederland op Koningsdag, maar de afkondiging van de grondwet in 1814. Vanwege het jubileumjaar – de grondwet is twee eeuwen oud – was het dit keer extra feest.
De dag begon voor het kroonprinselijk gezin al vroeg. Kinderoptochten horen bij de feestdag en dat is in de woonplaats van kroonprins Haakon niet anders. Met kroonprinses Mette-Marit, prinses Ingrid Alexandra, prins Sverre Magnus, stiefzoon Marius en de twee honden, sloeg hij het voorbijtrekken van de lokale schooljeugd in Asker gade. En in lijn met de traditie was het gezin in klederdracht, op Marius na.
Vervolgens ging het gezelschap naar het Koninklijk Paleis in Oslo, waar tienduizenden kinderen al ongeduldig wachtten om op hun beurt naar de koninklijke familie te kunnen zwaaien. In een schier eindeloze bonte stoet trokken de scholieren, van wie ook veel in klederdracht, langs het paleis waar koning Harald, koningin Sonja en het kroonprinselijk gezin op het balkon stonden te wuiven.
De Deense koningin Margrethe, die zaterdagavond de speciale viering van het tweede eeuwfeest in Eidsvoll zou bijwonen, was ook al in het paleis. Samen met Haralds zus prinses Astrid keek ze vanuit een geopend raam naar de kinderoptocht.