OSLO – De Noorse koninklijke familie heeft zondagmorgen moeten afzien op het balkon van het Koninklijk Paleis. Tienduizenden kinderen trokken in een bonte stoet in het koude en grijze Oslo aan het koningspaar en het kroonprinselijk gezin voorbij ter gelegenheid van de nationale feestdag. Het defilé nam enkele uren in beslag. Op 17 mei viert Noorwegen dat in 1814 de eigen grondwet tot stand kwam.
De zogenoemde ‘barnetoget’, de kinderoptocht, maakt al sinds 1906 vast onderdeel uit van de festiviteiten. Prinses Ingrid Alexandra die met haar broertje prins Sverre Magnus een deel van het schier eindeloze defilé bijwoonden, is al de vijfde generatie van de koninklijke familie die aan deze traditie deelneemt aldus het paleis in een toelichting.
De Noren hoopten in 1814 met hun grondwet ook onafhankelijkheid te verkrijgen, maar de toenmalige grote mogendheden beslisten dat het tot dan toe vanuit Kopenhagen bestuurde land aan Zweden zou toevallen. Koning Carl Johan, die beide landen van 1818 tot 1844 regeerde, wilde van geen feestelijkheden op 17 mei weten, maar zijn opvolger koning Oscar I was ruimdenkender, en stond voorzichtig vieringen toe.
Tegenwoordig steken de schoolkinderen van Oslo en hun docenten zich in hun beste kleren of klederdracht om rijkelijk voorzien van Noorse vlaggen en vlaggetjes onder begeleiding van tientallen muziekkorpsen aan de koninklijke familie – koning en kroonprins met hoge hoed – voorbij te trekken.
Kroonprins Haakon heeft er met zijn gezin dan al een miniversie van de optocht opzitten, want de dag begint in zijn woonplaats Asker waar de plaatselijke jeugd in een eigen stoet voorbijkomt.
