De Noorse koninklijke familie heeft zondagmiddag vanaf het balkon van het Koninklijk Paleis in Oslo deelgenomen aan het door heel Noorwegen gezamenlijk zingen van het nationaal volkslied, ‘Ja vi elkser’. De samenzang kwam in de plaats van de gebruikelijke kinderoptochten en andere publieke festiviteiten ter gelegenheid van de nationale feestdag.
Op het plein voor het paleis was geen publiek toegelaten, maar stonden met royale afstand van elkaar wel vertegenwoordigers van Oslose scholen met hun schoolvaandels. Ook was er het muziekkorps van de Koninklijke Garde en een koor, die nadat vanuit de vesting Akershus om precies 13 uur saluutschoten waren gelost, het volkslied inzetten. De Noorse televisie NRK liet zien dat op veel plekken in Noorwegen mensen samen waren gekomen om te zingen.
De koninklijke familie vertoonde zich op het paleisbalkon in de voor de viering van 17 mei, de dag waarop Noorwegen in 1814 zijn grondwet kreeg, gebruikelijke kleding: klederdracht voor koningin Sonja, kroonprinses Mette-Marit en prinses Ingrid Alexandra, donker pak met hoge hoed voor koning Harald en kroonprins Haakon en een jeugdige variant daarop voor prins Sverre Magnus.
Het kroonprinselijk gezin hield zo goed en zo kwaad als dat kon afstand tot het bejaarde koningspaar. Dat was pas voor de tweede keer sinds het begin van de coronacrisis in maart in het openbaar te zien. De eerste keer was op 8 mei, bij de herdenking en viering van het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Kroonprins Haakon had zijn gezin zondagochtend meegenomen voor een korte wandeling vanuit hun woning in Asker. Onderweg ontmoetten ze studenten en bejaarden, die op ingetogen wijze de nationale feestdag vierden. Prinses Märtha Louise liet van zich horen met een felicitatie – de Noren feliciteren elkaar met 17 mei – op Instagram.
