De sociologe Jolande Withuis heeft koningin Juliana twaalf jaar na haar overlijden en 36 jaar na haar aftreden voor even weer volop in de schijnwerpers gehaald. Schijnwerpers waaraan Juliana naar eigen zeggen zo’n hekel had omdat ze, zoals Withuis in haar donderdag verschijnende biografie Juliana – Vorstin in een mannenwereld, heel nadrukkelijk ‘gewoon’ wilde zijn. Dat was eigenlijk tragisch want Juliana was vanaf haar geboorte op 30 april 1909 allesbehalve gewoon.
Withuis heeft in vraaggesprekken gezegd dat de Juliana die ze door zes jaar onderzoek heeft ontdekt haar heeft verrast. Ze kreeg geen toegang tot het Koninklijk Huisarchief – de persoonlijke papieren van de vorstin liggen daar nog tot 2054 achter opgesloten – maar tientallen nabestaanden van vriendinnen en bekenden van Juliana stelden brieven en andere documenten beschikbaar. “Ik kende Juliana niet, maar probeerde op die manier zo dicht mogelijk bij haar te komen”, aldus Withuis.
Ze ontdekte een eenzame vrouw, die dacht het geluk te hebben gevonden in haar huwelijk met de bon vivant Bernhard. Maar dat bleek een misrekening, eigenlijk al vanaf de huwelijksreis zoals Withuis op onthutsende wijze onthult. De viering van het zilveren huwelijk in 1962 had zo maar een aflevering van het populaire Britse tv-programma Schone schijn (Keeping up appearances) kunnen zijn. Voor het oog van de camera’s werd gedaan alsof het pais en vree was op Soestdijk, maar binnenskamers was het met name voor Juliana soms een hel.
Excentriek
Het verhaal dat Withuis vertelt, was in grote lijn al bekend. Ze heeft duidelijk sympathie opgevat voor de af en toe behoorlijk excentrieke en tegenstrijdige Juliana, die zich zeker in haar beginjaren niet aan de staatskundige spelregels hield. De biografie is daarin een tegengewicht voor het boek dat Cees Fasseur enkele jaren geleden schreef over het huwelijk van Bernhard en Juliana. Dat stuitte destijds uit vrouwelijke hoek op veel kritiek omdat de koningin er in vergelijking met haar man bekaaid vanaf kwam. Bernhard krijgt bij Withuis de zwarte piet.
Hij was haar ontrouw, tot op Soestdijk aan toe en zelfs met minderjarigen, vernederde haar en wilde haar in haar laatste levensjaren, toen haar geestelijke vermogens het hadden begeven, helemaal niet meer zien. Het boek geeft daar ronduit pijnlijke voorbeelden en ooggetuigenissen van. Vraag is of Juliana beter af zou zijn geweest en gelukkiger wanneer ze haar voornemen om te scheiden had kunnen doorzetten. Dat ze hem daarentegen bleef steunen, behoort tot de raadsels van Juliana.