Koning Willem-Alexander heeft dinsdag in Stockholm een eeuwenoude scheepsbel teruggegeven aan de Zweedse koning Carl Gustaf. Het schip verging in de achttiende eeuw in Nederlandse wateren. De koning is momenteel op staatsbezoek in Zweden en heeft als onderdeel van de teruggave het allemanseind overgedragen, het touw dat aan de klepel van de bel hing.
De bel behoorde tot de Prinsessan Sophia Albertina, een oorlogsschip dat in 1781 verging in de buurt van Texel. Het schip liep vast in een ondiep gedeelte in zee bij het Waddeneiland en kwam in een zware storm terecht. Van de 450 opvarenden overleefden 31 mensen de ramp. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima kregen samen met Defensieminister Kajsa Ollongren en het Zweedse koningspaar een rondleiding door het Museum VASA, een maritiem museum.
Duikers Hugo Raven en Kees Purmer vonden het wrak in 2002 en troffen daarbij ook onder meer de scheepsbel aan. Zij waren dinsdag in Zweden aanwezig bij de overdracht. “Ik heb altijd gezegd dat ik het terug naar Zweden wilde brengen, en dat is nu gelukt”, aldus Raven. De bel werd onder meer gebruikt om aan te geven wanneer er gegeten werd of wanneer de wacht werd gewisseld.
Een groot deel van het wrak ligt nog op de zeebodem. Enkele vondsten zijn inmiddels te vinden in het Marinemuseum in de Zweedse plaats Karlskrona. De scheepsbel gaat daar nu ook naartoe.