Willem-Alexander traint op loopband

Vorsten

24/04/2015 9:40 am

LEIDEN – Koning Willem-Alexander staat drie tot vier keer per week thuis op de hardloopband. Koningin Máxima rijdt af en toe paard en wandelt veel. Dit vertelden ze vrijdag in een interview aan het NOS Jeugdjournaal, kort nadat ze de Koningsspelen hadden geopend in Leiden.

“Ik sta drie tot vier keer per week op de band om te hardlopen. Daarnaast doe ik oefeningen en in de vakanties vind ik het heerlijk op het water te sporten”, antwoordde Willem-Alexander. Máxima vertelde ‘heel veel’ te wandelen en gaat af en toe paardrijden. “En als ik kan ga ik zwemmen of tennissen. Maar met name fiets ik in het weekend de hele tijd achter mijn dochters aan als ze in de buurt spelen”, vervolgde Máxima.

Willem-Alexander: “We sporten om gezondheid te blijven. Zeker als je een onregelmatig schema hebt, zoals wij, is het heel belangrijk om tussendoor tijd te maken om te sporten. Dat is het doel om gezond verder te kunnen leven.” Willem-Alexander vertelde ook dat hij liever sportschoenen dan nette schoenen draagt. “Het eerste wat uitgaat bij mij thuis zijn de schoenen, nog eerder dan de das.”

Traditie

Willem-Alexander noemde het prachtig te zien dat zoveel kinderen en scholen meedoen aan de Koningsspelen, wat inmiddels een traditie begint te worden. ”Het is belangrijk te bewegen. En als dat in een traditie past, ben ik daar groot voorstander van. Maar het belangrijkste is dat de deelnemende kinderen plezier hebben in het sporten. Ik kijk het meest uit naar de glimlach op de gezichten van de kinderen die het belangrijker vinden deel te nemen dan te winnen.”

Het koningspaar nam vrijdagochtend met Leidse kinderen deel aan het koningsontbijt. Normaal ontbijten ze thuis met yoghurt, een kopje koffie en vruchten. “Want vitamientjes moeten er wel in”, zei Máxima. Willem-Alexander zei ‘als echte Nederlander’ daarbij ook melk te drinken. Máxima kiest voor een glas jus d’orange. Máxima hamert op het belang van vitamines. ”We hadden het er net met de kinderen over dat ze minstens een appel of drie tomaatjes moesten nemen. Dat hebben ze allemaal gedaan, aan elke tafel, dus ik was heel trots op ze.”