Na een restauratie van ruim vijf jaar is de Gouden Koets vanaf vrijdag weer te zien voor publiek. En wel in Amsterdam, de stad waar het koninklijke rijtuig zijn herkomst vindt aangezien koningin Wilhelmina hem in 1898 cadeau kreeg van de Amsterdammers. De expositie De Gouden Koets in het Amsterdam Museum vertelt over de geschiedenis van het pronkstuk maar staat ook uitgebreid stil bij de maatschappelijke discussie over het rijtuig.
Een tentoonstelling maken over de veelbesproken Gouden Koets was best een spannende opgave, erkent artistiek directeur Margriet Schavemaker. Vlak voordat koning Willem-Alexander toestemming gaf voor de bruikleen, kwam het museum in 2019 in opspraak vanwege het besluit de term Gouden Eeuw niet meer te gebruiken, aangezien dit de lading van de zeventiende eeuw niet voldoende zou dekken. “We schrokken van de reacties, juist omdat we het gesprek erover heel erg wilden verbreden.” Daarom liet het museum bij deze expositie 25 mensen met verschillende achtergronden meedenken, om alle kanten van de Gouden Koets te belichten. Zo waren er onder meer historici, de voorzitter van de Koninklijke bond Oranjevereniging, diverse experts op het gebied van het koloniale verleden en een republikein bij betrokken.
Discussie
Hoewel de koets in het verleden doelwit was van onder meer rookbommen (1966), een verfbom (2002) en een waxinelichthouder (2010) is hij tegenwoordig onderwerp van een discussie. Dit komt door het paneel Hulde der Koloniën, geschilderd door Nicolaas van der Waay. Volgens het museum beschouwt een groeiend aantal mensen het rijtuig als beladen erfgoed. De diverse meningen – van zowel critici als liefhebbers – zijn al direct in de eerste zaal te vinden. De expositie gaat verder in op de relatie tussen de Oranjes en de koloniale wereld en ook op de vraag in hoeverre de makers van de koets de omstreden beeltenis baseerden op de in 1883 drukbezochte koloniale wereldtentoonstelling op het Museumplein. Aan het eind van de expositie is een aparte ruimte waar mensen met elkaar in gesprek kunnen over de toekomst van de Gouden Koets.
Kwartje
De koets volgde vanuit het idee om namens de stad een cadeau te geven voor de inhuldiging van de nieuwe koningin. Met een huis-aan-huiscampagne werd gevraagd een kwartje te doneren. Hoeveel die actie uiteindelijk heeft opgebracht, is niet bekend. Het rijtuig kostte vermoedelijk 70.000 gulden. Uiteindelijk nam Wilhelmina hem in 1901 pas in gebruik bij haar huwelijk, vermoedelijk omdat haar moeder voor de inhuldiging al een andere koets had besteld. Sindsdien deed hij dienst bij inhuldigingen, huwelijken en doopfeesten van de Oranjes en sinds 1903 op Prinsjesdag.
In het museum zijn verder honderden cultuurhistorische objecten, schilderijen, Oranjesnuisterijen, kledingstukken, spotprenten, foto’s en filmpjes te zien die de geschiedenis van de Gouden Koets belichten. Ook hebben zestien hedendaagse kunstenaars speciaal voor de expositie een kunstwerk gemaakt, onder wie Erwin Olaf, Naomie Pieter en Nelson Carrilho.
Willem-Alexander
Koning Willem-Alexander opent de tentoonstelling donderdag. Hij zei eerder dat na afronding van de restauratie zou worden beslist of de Gouden Koets blijft rijden. Ook liet hij weten dat hij de discussie erover volgt, maar er niet aan deelneemt.
De Gouden Koets reed voor het laatst met Prinsjesdag 2015. Het rijtuig staat de komende acht maanden in een glazen behuizing op de binnenplaats van het museum.