Het vertrouwen in Willem-Alexander als koning is iets afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Dat blijkt uit een onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel dat zaterdag is gepubliceerd. 53 procent van de ondervraagden geeft aan vertrouwen te hebben in Willem-Alexander als koning, waar dat vorig jaar nog 55 procent was. Een kleine meerderheid (52 procent) heeft daarnaast vertrouwen in de monarchie, ook een lichte afname van twee procentpunt ten opzichte van vorig jaar. Het percentage voorstanders van een republiek is met 37 procent gelijk gebleven.
Het onderzoek richtte zich verder vooral op de koning en zijn relatie tot de politiek. Van de 26.226 ondervraagden in het panel vindt 43 procent het een “goede zaak” als de koning zijn mening deelt over politieke kwesties. Dit tegenover 40 procent dat dat een “slechte zaak” vindt. Toch vindt een ruime meerderheid, 53 procent, dat de koning met politieke uitspraken kan laten zien dat hij begaan is met de samenleving.
Het programma vroeg ook naar politieke uitspraken die de koning in het afgelopen jaar heeft gedaan. De reacties daarop zijn wisselend. Zijn uitspraak over Oekraïne – ‘Nederland zal de Oekraïense bevolking bijstaan zolang dat nodig is’ – vindt 58 procent kunnen. Min of meer hetzelfde percentage (59 procent) denkt zo over ‘Boeren moeten perspectief krijgen, ook als ze iets anders moeten gaan doen’. Over gendergelijkheid – ‘Mannen hebben er duizenden jaren een potje van gemaakt’ – zijn de meningen verdeeld. 42 procent stemde voor ‘kan wel’ tegenover 43 procent ‘kan niet’.
Imago
Voor zijn imago lijken de politieke uitspraken niet heel veel te doen. Ongeveer een derde van de deelnemers geeft aan dat hun beeld van de koning erdoor in positieve zin is veranderd, een kwart (25 procent) zegt dat de uitspraken een negatief effect hebben op zijn imago. Iets meer dan een derde (35 procent) stelt dat hun beeld van de koning door politieke uitspraken niet is veranderd.
Het opiniepanel vroeg de ondervraagden ook of de koning een rol van betekenis zou moeten spelen in de politiek. Daarop gaf 44 procent aan wel een rol voor hem te zien in de formatie. Vooral kiezers van de VVD (58 procent) en de BBB (61 procent) zien dat wel zitten. PVV- en NSC- stemmers zijn daar met 37 en 43 procent minder voor. EenVandaag geeft aan dat het onderzoek tussen 16 en 18 april is gehouden.