Het is donderdag precies veertig jaar geleden dat koningin Juliana op haar 71e verjaardag in het Koninklijk Paleis in Amsterdam haar akte van abdicatie tekende en de kroon overdroeg aan haar dochter Beatrix. De hoofdstad was op die 30e april 1980 het toneel van felle protesten van onder meer krakers. Die wilden onder het motto ‘Geen woning, geen kroning’ oprukken naar het paleis en de naastgelegen Nieuwe Kerk, waar koningin Beatrix zou worden ingehuldigd. Nederland kent immers geen kroning van de vorst.
Beatrix wilde het anders doen dan haar moeder, die vanaf 1948 de troon had bezet. Een andere tijdgeest vereiste een andere aanpak vond Beatrix, daarin gesteund door echtgenoot prins Claus. De nieuwe koningin, destijds 42 jaar oud, wilde het ambt zijn waardigheid teruggegeven, en zette mede daarom een nieuwe hoforganisatie neer die de tand des tijds kon doorstaan. Haar zoon Willem-Alexander die op 30 april 2013 de scepter overnam, heeft die organisatie in grote lijnen in zijn geheel overgenomen.
Koningin Beatrix introduceerde een meer zakelijk koningschap, en lange tijd werd ze mede daarom gezien als wat afstandelijk. Mensen die haar in tijden van nood meemaakten, wisten echter dat dat beeld niet klopte. Maar de koningin was wel een workaholic en pietje-precies, hetgeen het samenleven en samenwerken met haar voor familie en ministers niet altijd gemakkelijk maakte. De recente goed bekeken vierdelige NTR-televisiereeks over haar regeerperiode sprak in dat verband over de ‘zware jas van Beatrix’.
Het eindoordeel over haar regeertijd was uiteindelijk positief en toen de koningin precies 33 jaar later op 30 april 2013 weer op het balkon van het Amsterdamse paleis stond, maar nu na haar aftreden, was er van vijandigheid en opstand geen sprake. Integendeel. Haar opvolger Willem-Alexander werd warm ontvangen en nu zeven jaar later is zijn rapportcijfer hoog, zoals eerder deze bleek uit een peiling in opdracht van de NOS. Beatrix (82), nu weer prinses, kan tevreden zijn.