Blije gezichten dinsdagmiddag bij de Koninklijke Stallen in Den Haag die voor het eerst deze zomer opengingen voor het publiek. “Het was geweldig”, aldus een enthousiaste bezoekster na afloop van de rondgang langs onder meer paarden, auto’s en rijtuigen. Het mooie weer was daarbij een bonus.
In vier weken tijd kunnen ruim 10.000 belangstellenden een kijkje komen nemen bij het staldepartement dat bij het hof verantwoordelijk is voor het vervoer. Vroeger was dat louter met paarden en koetsen, tegenwoordig zijn het auto’s en vliegtuigen.
De paarden en rijtuigen zijn echter niet helemaal verdwenen. Ze horen nog altijd bij het ceremonieel. Op Prinsjesdag, maar ook bij het aanbieden van geloofsbrieven door een nieuwe ambassadeur en op koninklijke feest-en rouwdagen.
Geen stress
Bij de openstelling van de stallen, gelegen om de hoek van paleis Noordeinde, ligt het accent op de paarden en alles wat daarmee te maken heeft. Liefhebbers van oldtimers komen echter ook aan hun trekken en de Glazen Koets staat eveneens te glimmen. Die koets doet in september dienst op Prinsjesdag in plaats van de Gouden Koets.
Onder de bezoekers dinsdag waren veel jonge kinderen, zo vertelde een medewerker over de eerste dag van de openstelling. De paarden hadden alle belangstelling en het knuffelen rustig doorstaan. Het aantal bezoekers per dag is expres lager gehouden dan voor paleis Noordeinde om gedrang in de stallen te voorkomen en de paarden geen stress te bezorgen.