Paleis Noordeinde was zaterdag voor het eerst deze zomer open voor het publiek. Alle 2500 toegangskaarten waren eind vorige maand binnen zeven uur de deur uit gegaan. Belangstellenden die het aan het hek probeerden, vingen bot. “Jullie zien er zo lief uit, misschien laat de Marechaussee jullie wel door”, probeerde een jonge vader nog, maar ook de olijke blikken van zijn jongens konden de beveiligers niet verleiden.
Het paleis was met het oog op de weersvoorspelling voorbereid op goed en slecht weer. Aan de ene kant stonden paraplu’s klaar en aan de andere kant was water te krijgen. De regenschermen waren uiteindelijk maar heel even nodig, terwijl het water gretig aftrok vond. “Het is wel kraanwater hoor, maar dan gekoeld. In het paleis wordt alleen kraanwater geschonken”, legde een medewerker uit.
Die duurzaamheid kwam ook terug bij de ‘schoonloopmat’. Dat is de rode loper die aan de vooravond van de inhuldiging van koning Willem-Alexander in de fietstunnel van het Rijksmuseum was uitgerold voor de ontvangst van de koninklijke gasten en die bij de zomeropenstelling van het Noordeinde aan een tweede leven is begonnen. Het is vanaf de voordeur van het paleis een fraai ogende binnenkomer, die er voor zorgt dat straatvuil ongemerkt van de schoenen verdwijnt en het binnen nagenoeg schoon blijft.
Verhalen
Noordeinde moet het anders dan bijvoorbeeld het vele keren grotere en statiger Buckingham Palace niet hebben van de kunst aan de muren, maar van de door de medewerkers van de koning persoonlijk vertelde verhalen over het dagelijks gebruik. “Dit is de Balkonkamer. Kijk maar achter u. U mag even proefzwaaien. Maar eigenlijk is dit maar één keer per jaar Balkonkamer. In andere weken worden hier bijvoorbeeld ambassadeurs ontvangen”, was zo’n even humoristische als nuchterige uitleg op de plek waar de Oranjes op Prinsjesdag op het paleisbalkon kunnen komen.
“Het is niet zo overdreven”, oordeelde een bezoeker nadat hij een blik had geworpen op de Marot-zaal, waar de tafels zijn gedekt voor de zogenoemde ‘uitblinkerslunch’. Het was chique, maar niet ‘over de top’ stelde hij tevreden vast.
