Achter de sterke Nederlandse economie gaat een “permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief”. Dat heeft de koning namens de regering gezegd in de troonrede. Bestaanszekerheid is een belangrijk politiek thema, dat ook in de verkiezingscampagne een belangrijke rol zal spelen.
Ook op Prinsjesdag vorig jaar noemde de koning het begrip bestaanszekerheid, en wel in de tweede zin van de troonrede. “Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid”, zei hij toen.
Doordat het kabinet demissionair is (in juli viel de regeringscoalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie), zat er weinig nieuws in de troonrede. De regering liet evenwel weten dat er nog veel te doen is. “Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst”, aldus de koning. “En niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien.” Met dat laatste verwijst het kabinet naar het lage vertrouwen in de politiek en de overheid in het bijzonder.