Nederlanders maken zich zorgen om “het land en de wereld om hen heen”, ook omdat “het maatschappelijk debat steeds vaker op polariserende toon wordt gevoerd”, zei koning Willem-Alexander in de troonrede. De regering, die over de inhoud van de troonrede gaat, tekent daarbij aan “dat Nederland een goed land is en blijft om in te leven” en bovendien een stevige economie kent.
Volgens het demissionaire kabinet zijn er veel onzekerheden, onder meer door het coronadebat, de situatie in Afghanistan, klimaatverandering en “schuivende machtsverhoudingen op het wereldtoneel”. Het is zaak aanstaande veranderingen “met open vizier tegemoet te treden”, aldus de koning. “Als we de toekomst gezamenlijk tegemoet blijven treden, kunnen we veel aan.”
In de troonrede ging het verder over de rechtsstaat, die onder druk staat. “De georganiseerde misdaad wordt steeds meedogenlozer en gewelddadiger.” Dieptepunt is de moord op misdaadverslaggever Peter R. de Vries.
Maar wat betreft “de rechtsstaat en rechtszekerheid” moet ook de regering de hand in eigen boezem steken, zei de koning in de troonrede in de Grote Kerk. Als belangrijkste voorbeelden worden de “stroperige” afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen en de omgang met slachtoffers van het toeslagenschandaal genoemd. De regering ziet het als prioriteit om fouten te herstellen en “wie recht heeft” te compenseren. “Het antwoord op de dieperliggende vraag hoe het vertrouwen te herstellen, vergt een langere adem en meer aandacht voor de uitvoerbaarheid van beleid.”
In de troonrede blikte de koning verder terug op de coronacrisis, waarin “groepen die al kwetsbaar waren” nog harder werden geraakt door de coronaregels van het kabinet.
De koning dankte de mensen die tijdens de crisis “in ons aller belang doorwerkten”, zoals politiemensen, handhavers, leraren en in het bijzonder zorgmedewerkers. Voor die laatste groep zal de komende tijd in het teken staan van “mentaal en fysiek herstel” na de “buitengewone prestatie” die is geleverd in de coronacrisis.