Na de derde dinsdag van september gaat de Gouden Koets naar de garage voor restauratie. Jarenlang is er weinig gedaan aan het rijtuig dat koningin Wilhelmina eens cadeau kreeg, vertelde Stalmeester Bert Wassenaar in het najaar nog in een gesprek met Vorsten. “Je moet wel kijken naar wat kwetsbaar is, zoals de kussens. Ook al wordt de koets niet veel gebruikt, maar de stof, het zijde, wordt broos.” Van de ene kant wil men dat zo origineel mogelijk houden, maar het zou zonde zijn als het kapot zou gaan. “Als het te kwetsbaar zou zijn, moet er gekeken worden of het toch niet vervangen moet worden. Dat speelt bij alle rijtuigen. Aan de Gouden Koets is eigenlijk niets gedaan de laatste jaren. Maar met name de wielen vergen onderhoud. Als het hout te droog is, krimpt het. Dat was vroeger bij boeren ook. De hoepels gingen los zitten en dan gooide hij het wiel een week in de sloot, zodat het hout uitzette. Zo kwam er weer spanning op te staan en het wiel weer gebruikt worden. Daarom hebben we al jaren in het koetshuis een klimaatbeheersing, zodat we de juiste temperatuur en luchtvochtigheid hebben. Niet te vochtig, dat is slecht voor de bekleding en krijg je last van motjes. Ook de assen moeten blijven gesmeerd blijven.”
De Glazen Koets, zo’n 70 jaar ouder dan het goudkleurige zusje, is na zeven jaar weer teruggekeerd van restauratie. De koning onthulde het rijtuig dit voorjaar in het Louwman Museum. “Een langdurig proces,” vertelde Wassenaar over de restauratie, “mede vanwege het onderzoek.” Op Prinsjesdag 2016 zien de we het koningspaar zoals het er nu naar uitziet, voor het eerst in de Glazen Koets. Het rijtuig is ooit door de Belgen tijdens de afscheiding in beslag genomen. Koningin Wilhelmina gebruikte de koets liever op Prinsjesdag dan de opzichtige Gouden Koets. Ze wisselde daarom af.