Minister-president Mark Rutte is niet onder de indruk van een onderzoek dat uitwijst dat de koninklijke familie een fors deel van haar fortuin verdiend heeft aan de voormalige koloniën en de slavenhandel. Dat Nederland bij die slavenhandel een belangrijke rol speelde, was al bekend, en in die tijd waren de Oranjes en de Staat “bijna onontvlechtbaar”, zegt Rutte in zijn wekelijkse persconferentie.
Volgens onderzoek dat het ministerie van Binnenlandse Zaken liet doen op verzoek van de Tweede Kamer, hebben de Oranjes omgerekend naar hedendaagse prijzen zeker 545 miljoen euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was. Rutte vindt evenwel niet dat dit onderzoek “nieuw licht” werpt op deze “verschrikkelijke historie”.
De conclusie dat de Oranjes veel geld hebben verdiend aan de slavenhandel, vindt Rutte ook “iets te kort door de bocht”. Dat wekt volgens hem de indruk dat de familie zich daar “als een soort privé-entiteit” aan heeft verrijkt, terwijl het onderscheid tussen de Oranjes en de Staat “zeker tot 1795” maar ook nog in de periode 1813-1848, heel moeilijk te maken is.
Rutte wil niet ingaan op de vraag of koning Willem-Alexander op 1 juli, wanneer hij in Amsterdam spreekt bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij, ook zelf excuses moet maken. De premier zelf deed dat in december al namens de regering. Hij benadrukt ook dat de koning zelf heeft gevraagd naar een nader, onafhankelijk onderzoek.