Prinses Margriet doopt zaterdag in Harlingen de replica van het expeditieschip waarmee cartograaf en ontdekkingsreiziger Willem Barentsz eind 16e eeuw probeerde een noordelijke doorvaart naar Azië te vinden. Hij strandde met zijn schip op Nova Zembla. Van de zeventien bemanningsleden kwamen er twaalf veilig thuis. Barentsz overleed op de terugtocht.
Sinds 2010 wordt op de werf aan de Nieuwe Willemskade in Harlingen door vrijwilligers gebouwd aan de replica van het houten zeilschip. 26.000 arbeidsuren later kan de Willem Barentsz te water.
“Maar we zijn nog niet klaar”, zegt Paul Meijeraan, voorzitter van de stichting Vrienden van Willem Barentsz. Als het schip aan de kade ligt moeten de masten en ra’s er nog op en moet het worden voorzien van zeilen en tuigage. Daar is nog een jaar voor nodig.
Wereldfaam
Wordt er nu ruim acht jaar gebouwd aan het schip, destijds werden dit soort vaartuigen in serieproductie in elkaar getimmerd, zonder bouwkundige tekeningen. Men bouwde op het oog. Er waren 16.000 manuren nodig, ongeveer drie maanden.
“De nieuwbouw die we nu plegen is daarom heel wetenschappelijk”, zegt Meijeraan. Het is een reconstructie op basis van oud-Hollandse bouwtechnieken waarmee Nederland als zeevarende natie wereldfaam verwierf. Bouwmeester Gerald de Weerdt baseerde zich allerlei bronnen. Hij vergeleek prenten en schilderijen met archeologische vondsten, zoals een restant van het oorspronkelijke schip dat bij Nova Zembla is gevonden door Russische archeologen.
Voor de bouw is tot nu toe 65.000 kilo eikenhout gebruikt, afkomstig uit de Achterhoek. Voor de tuigage is ruim 4 kilometer touw nodig.
Feestje
De doop van zaterdag door prinses Margriet is zeker, de tewaterlating is echter afhankelijk van de weersomstandigheden. “Vanaf windkracht 5 is het risicovol”, zegt Meijeraan. “Maar het wordt sowieso een feestje.”
De initiatiefnemers hebben een droom: met de replica een reis maken naar Nova Zembla waar ooit Willem Barentsz en zijn bemanning overwinterden in het Behouden Huys. “Als we erin slagen om een deel van de tocht te maken of zelfs de tocht af te maken, die Willem Barentsz begon, dan zetten we Harlingen, Friesland en ook Nederland met dit project weer eens groots op de wereldkaart.”