Protest bij koninklijke opening nieuw Indiëmuseum

Vorsten

27/06/2019 10:15 am

Koning Willem-Alexander heeft donderdag na de opening van het nieuwe nationaal museum Sophiahof in Den Haag, met een groep demonstranten gesproken. Die eisten erkenning van de volgens hen nog steeds niet opgeloste ‘Indische kwestie’, waarbij van de regering excuses en compensatie wordt gevraagd en nabetaling van salarissen uit de oorlogsjaren.

‘Stop het negeren’ luidde de boodschap die zowel aan de koning als aan verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) was gericht. De regering heeft weliswaar via een in 2015 gesloten terugbetalingsregeling aan een groep mensen compensatie betaald, maar volgens de demonstranten is dat te weinig en voor een veel te kleine groep. “Het is heel goed dat u hier staat”, zei de koning, die verder verwees naar degenen die ook antwoord konden geven.

Het protest viel samen met de openstelling van het Sophiahof, dat een kennis-, cultuur- ontmoetings- en herinneringscentrum moet worden voor iedereen die iets heeft met het voormalige Nederlands-Indië. Vijf Indische organisaties zijn daarbij betrokken: het Indisch Herinneringscentrum, de Stichting Moluks Historisch Museum, het Indisch Platform, de Stichting Pelita en de Stichting Nationale Herdenking 15 Augustus 1945.

Rondleiding

De openingshandeling symboliseerde de betrokkenheid van de vijf organisaties. De koning voegde samen met vertegenwoordigers van de vijf partners een melati-bloem – de Indische jasmijn – samen. Daarna kreeg Willem-Alexander een rondleiding langs de tentoonstelling ‘Vechten voor vrijheid, de vele gezichten van het verzet.’ Die verhaalt over verzet tegen overheersing, in Nederlands-Indië tegen Japan én Nederland en in Nederland tegen de Duitsers, gepleegd door mensen met een band met Nederlands-Indië.

Dat het Indonesische verzet tegen Nederland gelijk is gesteld aan verzet van Nederland tegen Duitsland, heeft intussen ook tot boze reacties uit de Indische gemeenschap geleid. Willem-Alexander sprak voor vertrek nog kort over de specifieke zorg voor Indische en Molukse ouderen, over de noodzaak van kennisoverdracht en het belang van herdenken en vieren.