Prinses Laurentien heeft haar draai gevonden. De kersverse vijftiger – op 25 mei 1966 in Leiden als Petra Laurentien Brinkhorst geboren – was bij haar entree in de koninklijke familie, en daarmee in de schijnwerpers van de publiciteit, nog onzeker en zoekende. Jarenlang was ze als communicatieadviseur beoordeeld op haar kennis en kunde en opeens ging de discussie over haar wenkbrauwen, haar stem en haar kleding.
In een achtergrondgesprek met media vertelde ze enkele jaren na haar huwelijk met prins Constantijn openhartig en emotioneel over de moeilijke begintijd, waarin ze vaak keihard werd aangepakt in de (roddel)pers. Dat had zeker pijn gedaan en Laurentien had tijd nodig gehad om haar eigen weg én eigen stijl te vinden, zowel beroepsmatig als qua uiterlijke presentatie.
Op het gebied van kleding, waarop prinsessen wereldwijd bij elk publiek optreden worden beoordeeld, ontwikkelde ze ook naar eigen zeggen ‘een eigenzinnige stijl’. Volgens modedeskundige Els Smit is die in de loop van de tijd alleen maar eigenzinniger geworden. “Maar ook gedurfder en modieuzer. Soms is ze een plaatje, soms is het even wennen en soms wil het niet wennen. Maar ze verrast altijd”, schreef Smit in de jongste uitgave van het blad De Oranjes.
Kledingpionier
Smit oordeelde positief over hoe Laurentien zich al in het begin opstelde, maar ze had de tijdgeest tegen omdat het grote publiek een kloon verwachtte of verlangde van de Britse prinses Diana. “Het was allemaal hier te kort en daar te lang en waar het om wenkbrauwen ging te breed”, noteerde Smit. “Ze moet al vrij snel het besluit hebben genomen om dicht bij zichzelf te blijven. Tegelijkertijd moet ze na die lawine van kritiek ook eens goed voor de spiegel zijn gaan zitten en een paar dingen hebben veranderd die haarzelf misschien ook niet bevielen.”
Zo werd het haar korter, en durfde ze haar eigen kleding te kiezen. “Laten we het nu maar toegeven, ze is een koninklijke kledingpionier”, vond Els Smit, die daarbij tal van voorbeelden aanhaalde. Knap ook, omdat de prinses geen toelage krijgt, en met de ‘modepolitie op haar hielen’ geen fouten kan maken.