Prinses Juliana kon tegendraads zijn. Dat ervoer aan het begin van de Tweede Wereldoorlog een veiligheidsfunctionaris die wilde dat ze een zwemvest aandeed nadat er aan boord van de kruiser Hr. Ms. Sumatra groot alarm was geslagen. Juliana peinsde er niet over, zo blijkt uit archiefstukken die het Nationaal Archief woensdag op de zogenoemde ‘Openbaarheidsdag’ heeft vrijgegeven.
De prinses weigerde de reddingsgordels omdat de marineman die zich bij haar in de kajuit bevond ook geen aanstalten maakte om extra voorzorgsmaatregelen te nemen. “Zolang meneer daar rustig zijn pijp blijft roken, trek ik geen zwemvest aan”, zei Juliana aldus het levendige, persoonlijke verslag dat in het Archief is opgedoken en dat verhaalt van de overtocht van Juliana en haar dochters Beatrix en Irene naar Canada begin juni 1940.
Het Nederlandse oorlogsschip Sumatra moest hen in veiligheid brengen nadat Duitsland een maand eerder Nederland was binnengevallen. De koninklijke familie had aanvankelijk haar toevlucht gezocht in Engeland, maar dat werd nog te gevaarlijk geacht voor troonopvolgster Juliana en haar piepjonge dochters. Beatrix was net 2 jaar en Irene nog geen jaar oud. Vandaar dat werd besloten om hen naar Canada te brengen.
Gevaar
De overtocht, die negen dagen in beslag nam, verliep volgens het verslag zonder problemen, maar was niet geheel zonder gevaar. Duitse onderzeeboten zouden het schip tot zinken kunnen brengen. Het was toen er op een nacht gevaar dreigde, dat Juliana het verzoek kreeg om een zwemvest aan te trekken. Zij sloeg het laconiek af omdat anderen het ook niet deden en het bleek achteraf ook niet nodig.
De Sumatra bereikte veilig de haven van Halifax aan de Canadese oostkust. Juliana bleef daarna tot na het einde van de oorlog met haar drie dochters – in 1943 werd prinses Margriet in Ottawa geboren – in Canadese ballingschap. De kruiser vond in 1944 zijn einde voor de kust van Normandië, waar het werd afgezonken om deel uit te maken van een golfbreker als voorbereiding op de geallieerde invasie.