Prinses Irene wordt woensdag 81 jaar. De tweede dochter van wijlen koningin Juliana wil liever dat daar niet te veel aandacht wordt besteed. Maar binnen de eigen familie gaat de verjaardag niet onopgemerkt voorbij. Zo hebben haar in Genève wonende kleinkinderen de prinsessen Zita (6) en Gloria (4) nijver gewerkt aan tekeningen en collages met gedroogde bloemen, alles natuurlijk met de natuur als thema, terwijl ook de drie kinderen van oudste zoon prins Carlos hun best hebben gedaan met tekeningen.
Prinses Irene heeft zich de afgelopen maanden tijdens de coronacrisis niet geheel onbetuigd gelaten. Vorige maand schreef ze een brief aan de gemeenteraad van Baarn die een besluit moest nemen over haar vroegere ouderlijk huis, paleis Soestdijk. Ze keerde zich, gesteund door jongere zus prinses Margriet en zwager Pieter van Vollenhoven, tegen het kappen van bomen bij Soestdijk. “In een tijd waarin eerder wordt gezocht naar mogelijkheden om bossen aan te planten, is het kappen van bomen op zijn minst onwenselijk. En zeker niet een bebouwing in een oud bosgebied”, aldus prinses Irene.
Ze sprak zich in april in een videoboodschap en een kranteninterview ook uit over de coronacrisis en de gevolgen daarvan. Ze hoopte dat de pandemie de instelling van mensen zal veranderen. “We zijn de basis van ons bestaan, de natuur, kwijtgeraakt en daarmee een deel van onszelf. Als we dat deel weer terugvinden, denk ik dat dat de mens weer heel zou maken”, zei Irene.
Een maand eerder moest ze “met pijn in haar hart” afzeggen voor de opening van een bos in Alphen aan den Rijn dat naar haar is genoemd. Dit omdat ze bij een ski-ongeval in Zwitserland een hersenschudding had opgelopen. Prins Carlos bood aan zijn moeder op de Nationale Boomfeestdag te vervangen, maar uiteindelijk hoefde dat niet omdat de lockdown roet in het eten gooide.