WIJK BIJ DUURSTEDE – Prinses Irene viert dinsdag in het gezelschap van haar kinderen, kleinkinderen, schoondochters en schoonzoons in Zwitserland haar 75e verjaardag. Die mijlpaal betekent weliswaar niet zoveel, zo zei de prinses vorige week in een televisie-interview, maar omdat ‘de maatschappij’ er wel waarde aan hecht, staat ze er ook maar bij stil.
”Je moet je oud voelen”, aldus Irene, maar zo voelt ze zich niet. “Het gaat heel goed met mij”, vertelde ze. Ze werkt volop, besteedt waar mogelijk tijd aan haar kleinkinderen, is nog altijd ski-fanaat en sport om fit te blijven voor datzelfde skiën en loopt graag in de bergen. ‘Het is allemaal even leuk, interessant en boeiend’, aldus de prinses die inmiddels zes kleinkinderen heeft en haar tijd verdeelt tussen haar woningen in Wijk bij Duurstede, Zwitserland en Zuid-Afrika.
De oudste zus van prinses Beatrix heeft er ook weer vrede mee dat ze prinses is. Die titel zat begin jaren tachtig haar zelfontplooiing in de weg. Ze sprak daarover al in 1977 in een vraaggesprek met Bibeb in weekblad Vrij Nederland. ”Het was voor mij, en nu praat ik alleen voor mezelf, moeilijk om te aanvaarden. Ik heb wel geroepen: ik wil geen prinses zijn. Ik wil geen prinses zijn. Ik wil vrij zijn.” Toen Irene boeken ging schrijven en zich op de natuur richtte, liet ze ‘prinses’ achterwege en stelde ze zich voor als Irene van Lippe-Biesterfeld.
”Ik had dat loslaten van die titel destijds nodig om mijn eigen weg te kunnen gaan. Om naast en tussen de mensen te kunnen staan en te voorkomen dat de titel een barrière zou vormen tussen de ander en mij”, zei ze daarover een aantal jaren geleden. Tegenwoordig heeft ze die kant van haar leven aanvaard en gebruikt ze de titel weer. ”Ik heb er nu vrede mee dat dit ook een deel van mij is”, vertelde ze aan het Financieele Dagblad.