Prinses Irene wil na haar dood niet bijgezet worden in de Koninklijke grafkelders in de Nieuwe Kerk in Delft. Zij wil liever dat haar as wordt uitgestrooid in haar natuurreservaat in Zuid-Afrika, vertelt ze in een interview met AD.
”Het is een unieke plek, het is zo bijzonder. Het is een helende plek, het heeft mij en anderen zoveel gegeven”, aldus de prinses, die ruim vijftien jaar geleden Bergplaas kocht. Ze veranderde het stuk grond in een reservaat en schreef er een boek over.
Irene vertelt dat de liefde voor de natuur al in haar jeugd begon. ”We waren als kinderen heel veel buiten. Mijn moeder was dol op de natuur, we hadden altijd vakanties in Apeldoorn. We gingen naar de herten, picknickten, speelden tussen de varens.” Ook haar vader, prins Bernhard, was gefascineerd door de natuur. ”Met al zijn films uit Afrika waar we naar moesten kijken. Als ik eerlijk ben, vond ik dat een beetje saai, want het waren allemaal amateurfilmbeelden van zijn vakanties.”
Shell
In haar boek schrijft de prinses dat Shell schaliegas wil winnen in haar reservaat. Ze roept het oliebedrijf op dit niet te doen. De natuur in het park herstelt hier misschien nooit meer van, vreest ze. ”We hebben zonne-energie, windenergie en aardenergie. Waarom dan zo veel kapotmaken in een uniek ecosysteem? Tegen de top van Shell zou ik willen zeggen: doe dit alsjeblieft niet.”
De prinses vindt dat er meer respect moet komen voor de aarde en de natuur. ”We zitten in een waanzinnige crisis, omdat we zo slecht met de aarde zijn omgegaan”, waarschuwt Irene. ”We doen of het vanzelfsprekend is dat al het leven er is en we het mogen opmaken. Maar op is op. Een beetje dankbaarheid en bescheidenheid zou niet misplaatst zijn.”