Prinses Beatrix heeft haar bezoek aan Sint Eustatius afgerond en is vrijdagmiddag (lokale tijd) vanaf het vliegveld vertrokken naar Sint Maarten, van waar ze terugvliegt naar Nederland. Voor het vertrek hadden zich weer tientallen mensen verzameld die de “Queen” enthousiast met muziek en gezang uitgeleide deden.
De prinses was twee dagen in het Caribisch deel van het koninkrijk om, zoals ze tijdens een ontmoeting met de pers zei, “een klein beetje steun” te kunnen geven aan het natuurbehoud op – in dit geval – Saba en Sint Eustatius.
Dit deed ze formeel als beschermvrouw van de Dutch Caribbean Nature Alliance, de enige natuurorganisatie die alle zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen bestrijkt. “Daarom ben ik ook beschermvrouw”, zei Beatrix met nadruk. “Het is heel fijn om hier te kunnen zijn. Er gebeurt zoveel goeds.”
Slotacte
De afgelopen jaren heeft ze op vijf van de eilanden natuurprojecten bezocht, en vooral ook de jeugd aangespoord zich in te zetten voor het kwetsbare natuurschoon. “Het is belangrijk om vroeg te beginnen”, zei Beatrix in een eerdere ontmoeting met Youth Rangers van Stenapa, dat de nationale parken van Sint Eustatius beheert.
Beatrix onderstreepte hoe belangrijk het is door er op te wijzen dat het koninkrijk 202 endemische diersoorten kent. “Waarvan maar twee in Nederland”, vertelde de prinses die voor het eerst sinds haar aftreden in 2013 een gesprek hield met de pers. Dat gebeurde in de regen, bij de ruïne van de eerste hervormde kerk van Oranjestad. Daar was ze om een voorstelling bij te wonen door de jeugd van het eiland.
“We begonnen in de regen, en we zijn nu weer in de regen”, zei Beatrix, die haar poncho weer had aangetrokken en verwees na naar aankomst op Saba een dag eerder. Diezelfde regen was spelbreker bij de slotacte, die moest worden afgelast om te voorkomen dat de kinderen en de prinses kletsnat zouden worden.