Pieter van Vollenhoven zegt op Twitter dat buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) beter uitgerust moeten worden tijdens hun werkzaamheden. Aanleiding daarvoor is het steekincident in Groningen woensdagavond, waarbij een agent in zijn gezicht werd gestoken bij een avondklokcontrole. “Maar gelet op deze agressiviteit denk ik ook aan de nodige uitrusting van de boa’s”, schrijft Van Vollenhoven.
“Een dergelijke gebeurtenis is absoluut te gek voor woorden. Ik hoop ook dat iedereen zich inzet voor de opsporing van de daders”, schrijft Van Vollenhoven. In tegenstelling tot politieagenten zijn boa’s niet uitgerust met wapens. De discussie gaat al langer of ze, gezien het geweld tegen zowel politie als boa’s, pepperspray, een wapenstok of zelfs een vuurwapen bij zich moeten dragen. Van Vollenhoven heeft al vaker gezegd dat hij vindt dat boa’s bewapend moeten worden, omdat zij steeds meer taken van de politie overnemen.
Van Vollenhoven, die van verschillende organisaties rondom veiligheid voorzitter is geweest en erevoorzitter is van de Stichting Maatschappij en Veiligheid, deelt zijn zorgen bij het nieuwsbericht over het steekincident in Groningen. Daar werd een agent woensdag rond 22.00 uur vrijwel direct na het aanspreken van twee jongens die tijdens de avondklok buiten waren, meerdere keren in zijn hoofd en hals gestoken. Zijn verwondingen zijn volgens een woordvoerder van de politie levensgevaarlijk. De andere agent raakte lichtgewond en heeft intussen het ziekenhuis verlaten. De politie is nog steeds op zoek naar de twee daders.