De gasexplosie en daarop volgende brand die afgelopen vrijdag in Urk zes huizen verwoestte en de bewoners dakloos maakte, deed in het weekeinde ook bij het Oranjefonds en in het paleis een waarschuwingslicht doen branden.
Koningin Máxima immers zou deze week naar het voormalige Zuiderzee-eiland komen voor de feestelijke lancering van Burendag 2016. Kon dat nog wel doorgaan zoals gepland op het moment dat de hechte Urker gemeenschap veel verdriet had, formuleerde Oranjefonds-directeur Ronald van der Giessen het dilemma. ”Daar moest over gesproken worden.”
Burgemeester Pieter van Maaren kreeg daarom maandag een telefoontje van het hof om de stemming in Urk te peilen en te overleggen over de wijze waarop op gepaste wijze aandacht kon worden besteed aan het drama. De oplossing die werd bedacht, was inventief. In het nog niet gepubliceerde programma van het bezoek van de koningin werd ruimte gemaakt voor een ontmoeting met de getroffen Urkers. Die kregen dinsdag discreet een uitnodiging.
Achterdeur
Terwijl de aandacht van de media donderdag uitging naar de gesprekken die Máxima voerde met vertegenwoordigers van buurtverenigingen, werden de speciale genodigden via de achterdeur naar een ontmoetingsruimte gebracht. Daar had de koningin een kort treffen met hen. ”Heel bijzonder dat ze haar konden ontmoeten en de hand konden schudden”, aldus de burgemeester na afloop.
Pas toen de bijeenkomst was afgelopen en Máxima zich meldde voor het geven van het startsignaal voor de landelijke inschrijving voor Burendag, werd bekendgemaakt wat net had plaatsgevonden. De verzamelde Urkers begroetten het nieuws met applaus. De koninklijke aandacht was welkom, net als financiële steun voor de gedupeerde gezinnen voor wie maandag een inzamelingsactie is begonnen.
