De brieven die koningin Wilhelmina (1880-1962) schreef aan haar Engelse gouvernante Elizabeth Saxton Winter (1855-1936) verschijnen in originele vorm in een boek met als titel Darling Queen – Dear old Bones. Vijf jaar geleden werd al een bundel met Nederlandse vertalingen gepubliceerd, maar er was vraag naar de exacte Engelstalige bewoordingen van de vorstin, zegt samenstelster en kunsthistorica Renny van Heuven-van Nes.
Ze was meer dan dertig jaar conservator op Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn, waar woensdag het officiële eerste exemplaar wordt overhandigd aan Fred de Graaf, voormalig burgemeester van (Wilhemina’s favoriete stek) Apeldoorn en bestuurslid van de Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau.
Het gaat om bijna 250 brieven, maar ook een aantal telegrammen. ‘Nieuw’ in de Engelstalige uitgave zijn zestien teruggevonden brieven van Saxton Winter. Die zijn bijzonder, omdat Wilhelmina veel documenten verbrandde. Een nicht van de gouvernante bewaarde de brieven van de Nederlandse koningin echter zorgvuldig.
Krakkemikkig
Wilhelmina noemde de gouvernante waarschijnlijk ‘Dear old Bones’, omdat ze wat krakemikkig was, vermoedt Van Heuven. “En dat deed ze dus op haar tiende al, wat natuurlijk nogal vrijpostig was.” De eerste brieven van de kleine Wilhelmina waren fonetisch. Het werkwoord schaatsen, to skate, werd ‘skeet’, een kapel ofwel chapel een ’tcheppel’, een dienst, een service, een ‘surwis’ en mensen, people, ‘pipel’.
De vrouwen hielden altijd een stevige band, ook nadat Saxton Winter in 1896 het veld moest ruimen omdat Wilhelmina’s opleiding officieel was afgerond. “De koningin schreef haar daarna op zondag altijd een lange brief, ook al omdat ze wel besefte dat de gouvernante in een zwart gat was beland.”
Wijsneus
De brieven zijn belangrijk voor de Oranjehistoriografie, zegt Van Heuven, omdat Wilhelmina eerlijk en open schreef over wat ze meemaakte en wie ze ontmoette. Saxton Winter is in historisch opzicht ook van grote betekenis, doordat ze de jonge koningin mede opvoedde, samen met moeder koningin-regentes Emma, van wie ook nog 32 brieven zijn opgenomen.
Uit de brieven komt Wilhelmina al op jonge leeftijd naar voren als een wijsneus. Ze is amper zestien als ze schrijft: “Er gaat niets boven Rembrandt” en zeventien als ze echt van plan is een “moeder voor het volk” te zijn.