DEN HAAG – Paleis Huis ten Bosch kreeg maandagmiddag op de eerste dag van de openstelling van de Oranjezaal te maken met een fenomeen uit de sportwereld. Daar komt het regelmatig voor dat een evenement is uitverkocht en dat toch de helft van de tribunes leeg blijven.
Dat was ook het geval bij de volgeboekte groepjes voor de rondleidingen door de wereldberoemde Oranjezaal. Het aantal wegblijvers was soms groter dan het aantal belangstellenden. Voor één echtpaar betekende dat een exclusieve rondgang: zij waren de enigen van de verwachte twintig die kwamen opdagen. ‘Mooi toch’, was de laconieke reactie.
Het Rijksvastgoedbedrijf zat er wel mee in zijn maag. Vooraf is zorgvuldig gekeken hoeveel bezoekers de kostbare Oranjezaal aankan. Er is een systeem bedacht waarin de groepjes elkaar netjes aflossen opdat zoveel mogelijk mensen een kans krijgen dit pronkstuk uit de Gouden Eeuw te zien. Met grote uitval was nog geen rekening gehouden, al is dat risico altijd groter wanneer entreebiljetten gratis zijn.
Principieel besluit
Die gratis toegang was echter een principieel besluit van het kabinet: de belastingbetaler heeft al betaald voor het paleis, en die mag er nu een kijkje nemen terwijl Huis ten Bosch gereed wordt gemaakt voor een grondige opknapbeurt. Zuur is het wel dat plaatsen onbezet blijven in de wetenschap dat alleen al maandagmorgen 30.000 keer is geprobeerd één van de beschikbare 2520 kaarten te krijgen voor de week van 21-27 september. Na 12 minuten waren die allemaal gereserveerd.
De komende dagen wordt de opkomst goed in de gaten gehouden om te zien of er bijgestuurd moet of kan worden. De eerste bezoekers waren in elk geval tevreden, al was er wel een algemene klacht: het was erg jammer dat er op het paleisterrein en in de zaal niet gefotografeerd mocht worden. Een selfie met Amalia van Solms of Frederik Hendrik, of op de bordestrap op de plek van de premier, was toch wel de kroon op het bezoek geweest.
