Oranjes in Grote Kerk op bekend terrein

Vorsten

14/09/2020 12:57 pm

De Grote Kerk in Den Haag die dinsdag wordt gebruikt voor de jaarlijkse bijeenkomst van de Staten-Generaal op Prinsjesdag is geen onbekend terrein voor de koninklijke genodigden. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima kennen de kerk nog van de doop van hun oudste dochter prinses Amalia in 2004. Prins Constantijn en prinses Laurentien bevestigden er hun eerder bij de gemeente gegeven jawoord bij hun huwelijk in mei 2001.

De Koninklijke Verzamelingen en ook de kerk zelf hebben in de aanloop naar Prinsjesdag gewezen op nog veel meer Oranje-historie in het eeuwenoude gebouw in het hart van Den Haag. Constantijn bijvoorbeeld was niet het eerste lid van de koninklijke familie dat er trouwde. Zijn tante prinses Margriet en en oom Pieter van Vollenhoven gingen hem in 1967 voor, en ook zijn grootouders koningin Juliana en prins Bernhard (1937) en overgrootouders koningin Wilhelmina en prins Hendrik (1901) deden hun trouwbelofte in de Grote- of Sint Jacobuskerk.

Koninklijke dopen waren er ook vaker. Willem-Alexander werd er zelf op 2 september 1967 gedoopt en zijn moeder prinses Beatrix in 1938 eveneens. Andere Oranje-dopelingen waren prins Willem (II) in 1626, en diens zoon prins Willem (III) in 1651, de latere stadhouder Willem (V) in 1748 en diens oudste zoon, de latere koning Willem I in 1772. Twintig jaar later werd ook diens oudste zoon, later koning Willem II, er gedoopt.

De kerk, die zijn oorsprong vindt in een houten kapel uit de dertiende eeuw, is gewijd aan de apostel Jacobus. Graaf Floris V van Holland moedigde aan tot de uitbouw van de kapel tot een houten kerk, en in de veertiende eeuw werd er een stenen kerk van gemaakt die in de loop der tijden verder werd uitgebreid met hulp van de graven van Holland. In 1574 werd de Sint Jacobuskerk een protestantse kerk en daarna kwam de benaming Grote Kerk meer in zwang.