De Gouden Koets is het afgelopen jaar, meteen na Prinsjesdag 2015, ontmanteld. De pers kreeg woensdagmiddag in het koetshuis van de Koninklijke Stallen in Den Haag een paar onderdelen te zien: een wiel, de trede, de bok, een kussen en een versiering.
Elk van de onderdelen is aan een grondig onderzoek onderworpen. Welke houtsoorten zijn gebruikt, welke stoffen voor de bekleding, hoe is het gesteld met de tuigage, de spanning op de wielen. Voor elk van de onderdelen moet nu een plan van aanpak komen, en moeten specialisten worden gevonden die deze zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat kunnen herstellen.
Vandaar dat stalmeester Bert Wassenaar van de restauratiekosten alleen een indicatie kon geven, gebaseerd op de eerdere uitgaven voor de restauratie van de Glazen Koets (1,2 miljoen euro). “Het blijft moeilijk inschatten”, zei hij. Bij unieke restauraties komen nu eenmaal vaak onverwachte kosten om de hoek en offertes voor het restaureren zijn nog niet gevraagd. Duidelijk is wel dat het hof niet over één nacht ijs gaat.
“Het is cultureel erfgoed”, verduidelijkte directeur Filip Maarschalkerweerd van de Koninklijke Verzamelingen. Zorgvuldigheid is de leidraad en inmiddels is ook de hulp ingeroepen van externe deskundigen die zitting hebben genomen in een Raad van Advies. Daarin zit ook directeur Judikje Kiers van het Amsterdam Museum; de Gouden Koets is immers een geschenk van de Amsterdamse burgerij aan koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar inhuldiging in 1898.
Wanneer de Gouden Koets weer terugkeert op Prinsjesdag kon woensdag niet worden verteld. Voor de Glazen Koets was inclusief onderzoek zeven jaar nodig.