Koningin Máxima heeft dinsdag in het kader van Diversity Day een bezoek gebracht aan Roze in Blauw, het lhbti-netwerk van de politie. Ze sprak daar met politiemedewerkers over hun geaardheid en hun ervaringen daarmee op de werkvloer.
De koningin sprak onder anderen met Nathan, een transman die in 1997 bij de politie begon en in 2018 in transitie ging. “Het was een moeilijke tijd. Ik werd gediscrimineerd en bijvoorbeeld kleedkamers waren een moeilijk onderwerp”, vertelde hij. Volgens Nathan is er al veel verbeterd in de acceptatie van lhbti’ers, maar er moet ook nog veel veranderen. “Ik kwam gisteren zelfs m’n oude naam tegen in het systeem. Dan vraag ik me af: hoe kan dit nog gebeuren?”
Nathan vertelde Máxima ook dat sommige dingen bij de politie praktisch veranderen wanneer je in transitie gaat. Zo mag je als man zijnde geen vrouw fouilleren, terwijl Nathan dat voorheen als vrouw wel mocht. “Dan moet je toch op andere dingen letten”, merkte de koningin lachend op.
Sensitiever
De koningin was benieuwd wat het doel van de mensen van Roze in Blauw is. “Dat collega’s sensitiever worden”, vertelt de 28-jarige Faycal, die acht jaar geleden uit de kast kwam en daarom werd verstoten door zijn familie. “We willen dat collega’s bijvoorbeeld begrijpen dat een collega van kleur racisme ervaart. En wat uit de kast komen kan betekenen voor iemand met een migratieachtergrond.”
Na het horen van de verhalen over racisme en discriminatie, was Máxima benieuwd wanneer het werk van Roze in Blauw “afgerond” is voor de politiemedewerkers. Die zeiden daarop dat ze hopen dat het netwerk ooit opgedoekt kan worden, maar dat ze bang waren van niet. “Ik vrees ook van niet”, besloot de koningin.