Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven planten donderdag in New York met hulp van schoolkinderen enkele honderden tulpenbollen ter ere van de Nederlands-Amerikaanse erfgoeddag, die jaarlijks op 16 november wordt gevierd.
Hoe dat planten precies in zijn werk zal gaan, is nog de vraag. Oorspronkelijk was het plan om dit te doen in het Corlears Hook Park, in het zuiden van Manhattan. Maar met het oog op de onzekere weersvoorspellingen – het vriest in New York en er zou sneeuw vallen – is de plechtigheid verplaatst naar het auditorium van de school. Wel zo prettig voor alle betrokkenen, maar niet heel geschikt om bollen in de grond te stoppen.
De 800 tulpenbollen zijn een geschenk van Nederland aan New York. Met het planten is gewacht tot de vooravond van ‘Dutch-American Heritage Day’. Die dag is in 1991 ingesteld door toenmalig president George H. Bush om aandacht te besteden aan de bijzondere relatie tussen Nederland en de Verenigde Staten.
Erfgoed
De datum 16 november is niet zo maar gekozen. Op die dag in 1776 namelijk kreeg het Amerikaanse schip Andrew Doria bij het binnenvaren van St Eustatius saluutschoten, waarmee de net onafhankelijk geworden republiek formeel werd erkend. Op St Eustatius wordt dat ook nog steeds herdacht: 16 november is ‘Statia Day’.
De gezamenlijke relaties tussen Nederland en Amerika zijn overigens veel ouder, zoals Bush destijds in zijn proclamatie ook onderstreepte. New York immers werd gesticht door de West-Indische Compagnie, die in 1609 Henry Hudson al richting Noord-Amerika stuurde.
Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven schenken ook aandacht aan dat erfgoed wanneer ze vrijdagavond als beschermpaar aanwezig zijn bij het Peter Stuyvesant Ball van de Netherland-America Foundation. Stuyvesant was van 1647 tot 1664, toen de Engelsen Nieuw-Amsterdam inpikten en hernoemden in New York, gouverneur van Nieuw-Nederland.