Koning Willem-Alexander heeft dinsdag tijdens Prinsjesdag zijn langste troonrede tot nu toe voorgelezen. De troonrede van dit jaar was op papier 2838 woorden lang, dat is bijna 300 woorden langer dan vorig jaar.
In 2020 was de tekst 2524 woorden lang en in 2019 was die 2271 woorden. De kortste troonrede van Willem-Alexander, die sinds 2013 koning is, was in 2017. Toen was de tekst ‘slechts’ 1667 woorden lang. De eerste troonrede die de koning ooit voorlas, was in 2013. Die had een lengte van 2225 woorden.
In de troonrede, die overigens wordt geschreven door de ministers en de premier, vertelde de koning dat het “pijnlijk” is dat steeds meer mensen moeite hebben met het betalen van de rekeningen. Ook noemde hij het “zorgwekkend” dat mensen “in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur”.