Vanuit “kringen rond het Koninklijk Huis” is in 2007 mogelijk geprobeerd zich met het onderzoek naar de Argentijns-Nederlandse piloot Julio Poch te bemoeien. Dat concludeert een commissie die een jaar lang onderzoek heeft gedaan naar de kwestie.
De voormalige Transavia-piloot werd in september 2009 aangehouden in Valencia door de Spaanse autoriteiten. Hij werd het jaar daarop uitgeleverd aan Argentinië dat hem verdacht van misdaden tegen de menselijkheid. De informatie die leidde tot het onderzoek, was afkomstig van oud-collega’s. Zij zouden Poch hierover hebben horen praten.
Het onderzoek is volgens de commissie in alle fasen naar Nederlands en internationaal recht rechtmatig geweest. “Wel is de commissie gestuit op een (vruchteloze) poging om te interveniëren in het onderzoek.” Die zou in 2007 gedaan zijn vanuit “kringen rond het Koninklijk Huis” en gebeurde via Eurojust, dat een faciliterende rol speelde bij het vooronderzoek naar Poch. “Navraag door de commissie over het voorval bij het Kabinet van de Koning heeft tot niets geleid.” Van andere vergelijkbare interventies weet de commissie niets.
Jorge Zorreguita
De zaak-Poch lag binnen de Nationale Recherche gevoelig door Jorge Zorreguieta, de vader van koningin Máxima. Hij zat destijds in het kabinet van juntaleider Jorge Videla. Uit onderzoek van de Criminele Inlichtingeneenheid bleek uiteindelijk dat er geen relatie was tussen Poch en Zorreguieta.
Poch werd verdacht van betrokkenheid bij zogenoemde dodenvluchten tijdens de militaire dictatuur tussen 1976 en 1983. Daarbij werden tegenstanders van de junta van Videla uit vliegtuigen gegooid. Een Argentijnse rechter sprak Poch eind 2017 vrij. Wel loopt nog een hoger beroep.
Terug in Nederland stelde Poch de Staat aansprakelijk, omdat die onrechtmatig zou hebben meegewerkt aan zijn arrestatie door Spanje. Hij eist een schadevergoeding van 5 miljoen euro. Deze zaak loopt nog.