OSWIECIM – Koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben dinsdagmiddag in het besneeuwde voormalige concentratie-en vernietigingskamp Auschwitz een kaars geplaatst op de gedenksteen voor de bijna 59.000 Nederlanders – voornamelijk Joden, maar ook Sinti en Roma – die hier en in omliggende kampen zijn vermoord.
Het plaatsen van de kaars, na een wandeling door de sneeuw, gebeurde aan het einde van een bijna twee uur durende herdenking in een grote tent voor de Poort des Doods, de toegang tot het kamp. Ook andere staatshoofden en regeringsleiders plaatsten gelijktijdig een kaars.
Tijdens de plechtigheid deden sprekers namens de driehonderd aanwezige overlevenden van de verschrikkingen van Auschwitz een dringend beroep op de wereld ervoor te zorgen dat er nimmer meer een Auschwitz zal zijn. “Dat ons verleden niet de toekomst is voor onze kinderen”, aldus Roman Kent.
Het Nederlandse koningspaar had een plaats gekregen naast de Poolse president Bronislaw Komorowski, die in zijn toespraak respect betuigde aan het Rode Leger dat op 27 januari 1945 het kamp bevrijdde. De Russische president Vladimir Poetin was evenwel niet aanwezig, zijn collega Petro Porosjenko van Oekraïne wel.