Koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben dinsdagmiddag alvast een voorschot genomen op het staatsbezoek aan Indonesië volgende maand. In de Brakke Grond in Amsterdam woonden ze een seminar bij over de gezamenlijke toekomst van Nederland en Indonesië.
Tijdens de bijeenkomst werden verschillende onderwerpen behandeld die ook tijdens het staatsbezoek en de gelijktijdige handelsmissies aan de orde komen. De Indonesische ambassadeur in Nederland, Gusti Agung Wesaka Puja, zette de toon door de ‘Soldaat van Oranje’ te citeren: “Als wij niets doen, wie dan wel?” Puja, die het koningspaar aan het einde van het seminar ook een cadeau aanbood, zag daarin een aansporing om gezamenlijk aan de toekomst te werken.
Het kijken naar de toekomst en het laten rusten van het soms pijnlijke verleden was jarenlang een mantra bij de Nederlands-Indonesische verhoudingen, vertelde professor Gert Oostindie over de post-koloniale tijd. Maar hij citeerde ook de uitspraak van minister Ben Bot uit 2005 dat “Nederland destijds aan de verkeerde kant van de geschiedenis had gestaan”.
Great bubble barrier
Het koningspaar zal tijdens het op 10 maart beginnende staatsbezoek ook stilstaan bij de verschrikkingen uit die tijd door kransen te leggen op twee erevelden, waaronder dat voor de Indonesische vrijheidsstrijders. Koningin Beatrix deed dat in 1995 bij haar staatsbezoek overigens ook al.
Tijdens het seminar kwamen ook kunst en cultuur, de uitdagingen en mogelijkheden van een circulaire economie en ‘kennisdiplomatie’ aan de orde. Dat vanuit de gedachte dat beide landen elkaar veel te bieden hebben, zoals de veelbelovende ‘great bubble barrier’ – een gordijn van bubbels in het water – om plastic uit rivieren en zeeën te weren. Het experiment van Anne Marieke Eveleens wordt in Amsterdam al met succes toegepast en kan in Indonesië ook helpen tegen de vervuiling.