OSWIECIM – Koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben dinsdag geen extra warme kleding nodig gehad. De Poolse organisatie van de herdenking van de zeventigste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz heeft geleerd van de plechtigheid tien jaar eerder. Die ceremonie vond toen in de buitenlucht plaats, bij temperaturen tot -17 graden.
Dat leidde tot klachten van de genodigden en gezondheidsproblemen voor de inmiddels op leeftijd gekomen overlevenden van de nazi-gruwelen. De Belgische koning Albert had naar verluidt een remedie voor de kou: een hartversterkertje in een flesje, dat hij genereus ook aanbood aan koningin Beatrix. Die sloeg het aanbod af, ondanks de kou en het uren durende programma.
De Polen besloten dit keer een gigantische tent neer te zetten voor de ingang van Auschwitz. De ‘Poort des doods’ was daardoor nog wel zichtbaar, maar de genodigden zaten relatief beschut tegen de elementen. Het was dinsdag weliswaar niet zo koud als tien jaar geleden, maar tijdens de herdenking begon het wel licht te sneeuwen.
Gasten
Zo’n driehonderd overlevenden waren er dinsdag bij. “Dat maakt deze herdenking bijzonder en anders dan andere”, aldus Piotr Cywinski, directeur van herinneringsplek Auschwitz. “Dit is de laatste keer dat we nog zo’n grote groep overlevenden van het kamp bij ons hebben. Binnenkort hebben we geen getuigen meer en zal de volgende generatie de herinnering levend moeten houden.”
Vandaar dat Cywinski het programma beter had afgestemd op deze bijzondere deelnemers aan de herdenking. Zo ging het plaatsen van de kaarsen op de gedenkstenen rond het monument niet één voor één, maar enigszins chaotisch overal tegelijk. Dat scheelde veel tijd in de kou. Ook het Nederlandse koningspaar hoefde anders dan Beatrix in 2005 niet lang te wachten en kon snel weer terug naar de tent.
