LONDEN – Koning Willem-Alexander neemt samen met koningin Máxima zondag deel aan de Britse Dodenherdenking. Bij de Cenotaph in Whitehall in Londen worden jaarlijks op de tweede zondag van november alle gesneuvelde Britse en Gemenebest-militairen herdacht. Koningin Elizabeth is bij de plechtigheid de eerste die een krans van klaprozen legt aan de voet van het na de Eerste Wereldoorlog opgerichte monument. Klaprozen zijn het nationale symbool van de oorlogsherdenking en deze dagen dragen de meeste Britten ook een papieren klaproos op hun kleding.
Na de Britse vorstin zullen koning Willem-Alexander en prins Philip ieder ook een krans plaatsen, gevolgd door andere leden van de bijna voltallig aanwezige Britse koninklijke familie. Voor koningin Máxima is er plek op het balkon van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ze onder andere wordt vergezeld door Catherine, hertogin van Cambridge, beter bekend als Kate.
De aanwezigheid van het Nederlandse koningspaar op Remembrance Sunday – de zondag het dichtst bij 11 november, de dag dat er in 1919 een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog – is bedoeld als dankbetuiging en eerbetoon aan de Britse en Gemenebest militairen die zeventig jaar geleden een aandeel hadden in de bevrijding van Nederland. Eerder dit jaar heeft koning Willem-Alexander al kransen gelegd bij de nationale oorlogsmonumenten van Canada in Ottawa en de Verenigde Staten in Washington, eveneens om de bevrijders van Nederland te eren. Vorig jaar deed het koningspaar dat ook in Normandië, bij de herdenking van de zeventigste verjaardag van de invasie op D-Day, en in Polen tijdens het staatsbezoek aan dat land.
