Koning Willem-Alexander en koningin Máxima maken dinsdag vanuit Wellington een dagtocht naar het op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland gelegen Christchurch.
“We zijn zeer geïnteresseerd in de manier waarop de moedige inwoners van Christchurch de wederopbouw van hun stad ter hand hebben genomen na het verwoestende natuurgeweld van 2011”, zei de koning maandag in zijn toespraak bij het staatsbanket in Government House in Wellington. Met Máxima bezocht hij de stad ook al vóór de beving, bij een officieel bezoek in 2006. “Tien jaar kan een groot verschil maken”, wist de koning bij voorbaat.
In Christchurch staan onder meer een bezoek aan het aardbevingmuseum – Quake City Museum – en een tramrit door het deels herbouwde centrum op het programma. Ook is er een ontmoeting met de grote Nederlandse gemeenschap in de stad. Die was tot de aardbeving na Auckland de grootste van het land, maar sindsdien zijn veel mensen weggetrokken en is de positie overgenomen door de hoofdstad.
Natuurgeweld
De aardbeving trof Christchurch op 22 februari 2011 even na het middaguur. Het natuurgeweld had een kracht van 6,3. Het epicentrum lag zo’n tien kilometer ten zuiden van de stad. Bij de beving verloren 185 mensen het leven. De meeste van hen (115) vonden de dood bij het instorten en vlam vatten van de Canterbury televisietoren.
Vooral in het centrum van de stad waren veel oudere gebouwen beschadigd of onbruikbaar geworden, mede doordat enkele maanden eerder er ook al een stevige beving was geweest in de regio. Ook nadien zijn er in het gebied nog aardbevingen geweest, de laatste op Valentijnsdag van dit jaar.