Koningin Máxima heeft dinsdagmiddag het heropende Kunstmuseum in Den Haag bezocht. Op de fiets en in een geel broekpak was ze komen aanrijden bij het museum in haar eigen stad. Het museum was elf weken gesloten vanwege de corona-epidemie. Net als andere musea mag het Kunstmuseum sinds maandag weer beperkt bezoekers ontvangen.
In verband met de coronamaatregelen bezocht de koningin een museum in eigen stad. Ze sprak met medewerkers van het museum onder meer over zaken als het gelimiteerd toelaten van bezoekers en het aanbrengen van vaste looproutes.
De koningin bezocht ook de tentoonstelling Koninklijk Blauw die het Delftse aardewerk toont van stadhouder Willem III en Mary II Stuart. Het stel gold in hun tijd als pleitbezorgers van deze kunstvorm.
Het was de bedoeling dat prinses Beatrix de tentoonstelling in maart zou openen, maar dat kon door de corona-uitbraak niet doorgaan. Ook de komst van topstukken uit het buitenland werd daardoor verhinderd. Voor die stukken is plaats vrijgehouden in het museum, mochten ze alsnog naar Den Haag komen.