Nederland blijft een land van “het brede midden”, waarin tegenstellingen niet de boventoon voeren. Die boodschap geeft de regering mee in de troonrede, uitgesproken door koning Willem-Alexander. Het was de zevende keer dat hij het woord nam op Prinsjesdag sinds hij in 2013 werd ingehuldigd.
De koning begon zijn troonrede met een terugblik op operatie Market Garden, 75 jaar geleden. Decennia later “lijken vrijheid, democratie en een sterke rechtsstaat vanzelfsprekende waarden.” Maar juist die waarden moeten gekoesterd worden. Het is volgens het kabinet heel bijzonder om “te leven in een land waarin mensen zich veilig kunnen voelen. Waarin vrijheid samengaat met verdraagzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel. En waarin mensen nog altijd iets voor een ander overhebben.”
Op sociale media worden tegenstellingen soms uitvergroot, maar overal in Nederland “willen mensen meedoen en hun bijdrage leveren. Dat is wat ons bindt en wat we met elkaar moeten koesteren.”
Eigen boezem
De koning refereerde ook aan de titel van het regeerakkoord van dit kabinet, “vertrouwen in de toekomst”. “Dat vertrouwen begint bij een sterke rechtsstaat die beschermt tegen criminaliteit, willekeur en machtsmisbruik. Bij waardevol werk en een fatsoenlijk inkomen.” Volgens het kabinet zijn verder toegang tot goede zorg en onderwijs en “een betaalbaar huis in een veilige buurt” voorwaarden voor vertrouwen in Nederland.
De regering steekt ook de hand in eigen boezem. “De dienstverlening van de overheid moet veel hoger op de agenda”, aldus de koning. Uitkeringsinstantie UWV en de Belastingdienst worden specifiek genoemd als organisaties waarbij die dienstverlening nog niet op orde is.
Juist daar “komen mensen de overheid tegen. Zij mogen eenvoudigweg verwachten aan het overheidsloket goed te worden geholpen.” De regering belooft met plannen te komen om te zorgen dat die dienstverlening meer op orde wordt gebracht bij die organisaties.
Migranten
Willem-Alexander stelde verder dat de landen van de Europese Unie het nalaten om elkaar te helpen om migranten op te vangen. Hij hekelt namens het kabinet de “gebrekkige solidariteit” die de lidstaten aan de dag leggen. “Ieder land moet zijn deel doen.”
In zuidelijke landen als Griekenland en Italië komen veel migranten aan, waardoor de opvang daar onder druk komt te staan. De EU overlegt al jaren vruchteloos over een verdeling van deze migranten tussen de lidstaten. De EU moet ook eensgezind optreden om kansloze asielzoekers en migranten die overlast veroorzaken duidelijk te maken dat zij niet welkom zijn, aldus de koning. “Zo blijft het draagvlak voor een humaan en eerlijk asielbeleid intact.”
Een “sterke en eensgezinde” EU is voor Nederland sowieso steeds noodzakelijker, vindt het kabinet. Zeker nu de wereldorde zo in beweging is, oude bondgenootschappen niet langer vanzelfsprekend lijken en opkomend protectionisme en handelstwisten de vrije wereldhandel bedreigen. “Nederland en Europa moeten daarop zelfbewust en met realisme inspelen.”