Koning Willem-Alexander had dinsdagmiddag op het Amsterdamse Museumplein geen leidende rol bij de officiële opening van de 23ste Europese atletiekkampioenschappen. Hij mocht van een afstandje toekijken hoe Svein Arne Hanssen van de Europese atletiekfederatie het sportfestijn voor geopend verklaarde. Hij verwachtte ‘historische wedstrijden’, mede vanwege de kwaliteit van de Nederlandse atleten, zo zei hij vooraf.
De koning had daarvoor met onder meer IAAF-baas Sir Sebastian Coe toegezien hoe atleten uit de vijftig deelnemende landen zich met hun nationale vlag rond het bassin op het Museumplein opstelden. De Nederlandse topatleten Rutger Smith, Churandy Martina en Ellen van Langen -winnares van Olympisch goud op de 800 meter bij de Spelen van Barcelona in 1992 – mochten daarna de vlag van het kampioenschap hijsen.
Het is voor het eerst dat de Europese atletiekstrijd in Nederland wordt gehouden. Er doen in de 23 disciplines bijna 1500 atleten mee, waaronder 55 uit eigen land. Rusland is de grote afwezige, vanwege het dopingschandaal. Naast het Olympisch Stadion wordt ook het Museumplein gebruikt voor een aantal onderdelen, zoals discus gooien en speerwerpen. De bezoekers van het Concertgebouw zijn gewaarschuwd.
